Recordvroege sneeuw op 13 oktober 1975 blijft uniek in Nederlandse weergeschiedenis

Recordvroege sneeuw op 13 oktober 1975 blijft uniek in Nederlandse weergeschiedenis

Op een gewone maandagochtend in oktober, 50 jaar geleden, wakkerden Nederlanders op in een wereld die er niet uitzag als een herfstdag — maar als een winterdag. Gooi en Veluwe lagen onder een witte laag van tot wel vijf centimeter sneeuw. De lucht was koud, maar niet ijskoud: net boven het vriespunt. De sneeuw viel langzaam, dikke vlokken die zich vastzetten op takken die nog volledig groen waren. Het was 13 oktober 1975. En tot op de dag van vandaag is dit de vroegste sneeuw die ooit in Nederland is gemeten.

De ochtend van een onverwachte winter

De nacht van zondag 12 op maandag 13 oktober 1975 was koud, maar niet extreem. In het noordoosten was er lichte vorst, maar verder was het een heldere, rustige herfstnacht. Toen de zon opkwam, zag de wereld er plotseling anders uit. In De Bilt, thuisbasis van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), werd een maximumtemperatuur van 5,3°C gemeten — extreem laag voor mid-oktober. In Beek, Limburg, was het zelfs iets warmer: 6,9°C. Toch viel er sneeuw. En niet alleen een paar vlokken. In het Gooi en op de Veluwe werd de grond bedekt met 4 tot 5 centimeter. In sommige schaduwrijke gebieden bleef het zelfs langer liggen.

Hoe kon sneeuw vallen terwijl de bomen nog groen waren?

De ongebruikelijkheid lag niet alleen in de tijd van het jaar, maar ook in de omstandigheden. De lucht boven Nederland was een tegenstelling: droog en koud beneden, extreem koud boven. Een zogenaamde koudeput — een luchtlaag met temperaturen van -27°C op 5.000 meter hoogte — lag boven Limburg. Dat was 17 graden kouder dan tien dagen eerder. Terwijl de onderste luchtlagen net boven het vriespunt waren, was de bovenlaag zo koud dat sneeuwvlokken niet konden smelten. De lucht was te droog voor regen, maar te vochtig voor een volledig heldere hemel. De resultaat? Sneeuw die zich vastzette, terwijl de bomen hun bladeren nog hielden. "Extra bijzonder", noemde Het Weer Magazine het. En dat was een understatement.

De meteorologische combinatie die nooit eerder was gezien

De oorzaak? Een rare weerstroom. Een hoogdrukgebied uit Schotland en Scandinavië duwde koele, droge lucht vanuit het oosten naar Nederland. Tegelijkertijd bewoog een lagedrukgebied bij Frankfurt retrograde — dus tegen de gebruikelijke richting in — naar België. Dat zorgde voor een brede neerslagzone die ’s ochtends de zuidelijke helft van Nederland bereikte. De combinatie was perfect: koude lucht beneden, koudere lucht boven, en genoeg vocht om sneeuw te vormen. "Nooit eerder lag er zo vroeg in het (najaars) seizoen al een sneeuwdek in het land", concludeerde Weer.nl in een later onderzoek. De sneeuw bleef de hele dag liggen. Pas in de avond begon het te smelten.

Waarom is dit nooit meer herhaald — en waarom is het belangrijk?

Er zijn wel andere vroege sneeuwval-gebeurtenissen geweest. In oktober 1973 viel er sneeuw op 17 en 18 oktober in het oosten en zuidoosten — maar het was amper een sneeuwtapijt. In 2003, op 24 oktober, viel er weer sneeuw. "Erg vroeg", noemden de meteorologen het. Maar niet recordvroeg. Niet in de Gooi. Niet op de Veluwe. Niet met vijf centimeter. De KNMI heeft deze datum, 13 oktober 1975, officieel vastgelegd als de vroegste sneeuw in de Nederlandse meetgeschiedenis. En dat is geen kwestie van toeval. Het was een meteorologische combinatie die zeldzaam is — en waarschijnlijk nog zeldzamer wordt in een opwarmend klimaat.

De impact op het dagelijks leven

De mensen die die maandag naar hun werk reden, hadden geen idee wat ze te wachten stond. De wegen waren glad, de zichtbaarheid slecht. Veel mensen kwamen te laat. Busdiensten vertraagden. Scholen in de Gooi en Veluwe hadden moeite met de verkeersstromen. Er waren geen ongelukken gemeld, maar wel veel verbaasde blikken en foto’s van kinderen die sneeuwballen maakten op een herfstdag. De foto’s uit die dag — vaak in zwart-wit — zijn nu iconisch in Nederlandse weerkringen. Ze symboliseren een moment waarop de natuur zichzelf volledig onvoorspelbaar bleek.

Wat betekent dit voor het huidige klimaat?

De sneeuw van 1975 was een uitzondering op een regel. Vandaag, met opwarmende winters, zou zo’n gebeurtenis nog moeilijker te verklaren zijn. De gemiddelde oktemperaturen zijn in de afgelopen 50 jaar met meer dan 2°C gestegen. De kans dat er op 13 oktober weer sneeuw valt — met voldoende duurzaamheid — is minimaal. De KNMI noemt dit een "klimaat-uitbijter". Dat betekent: het is niet het begin van een trend, maar een extreem geval dat mogelijk nooit meer terugkomt. En dat maakt het nog belangrijker om het te herdenken.

De vroegste sneeuw in Nederland: een lijst van bijna-rekordjes

  • 13 oktober 1975: Vroegste ooit gemeten sneeuwdek (tot 5 cm), Gooi, Veluwe, De Bilt — record
  • 17-18 oktober 1973: Lichte sneeuw in Oost- en Zuid-Nederland, "amper een sneeuwtapijt"
  • 24 oktober 2003: Sneeuw in Limburg en Gelderland, "erg vroeg" maar niet record
  • 12 oktober 1975: Eerste sneeuw in Vaals (Limburg) — maar alleen op de heuvels, geen landelijke bedekking

Frequently Asked Questions

Waarom is de sneeuw van 13 oktober 1975 nog steeds het record?

Omdat geen enkele andere oktober in de Nederlandse meetgeschiedenis een zo uitgebreide en vroege sneeuwdek heeft gekend. Hoewel er in 1973 en 2003 ook sneeuw viel, was de hoeveelheid beperkt en de verspreiding beperkt. In 1975 bedekte de sneeuw een groot deel van het centrale land, met duidelijke metingen van 4-5 cm in de Gooi en Veluwe — en dat bij een maximumtemperatuur van slechts 5,3°C. Dat is uniek.

Hoe kon sneeuw vallen bij temperaturen boven het vriespunt?

Omdat de lucht boven de grond extreem koud was — tot -27°C op 5.000 meter hoogte — terwijl de lucht beneden net boven het vriespunt lag. De sneeuwvlokken vormden zich hoog boven de grond en daalden zo snel dat ze niet de tijd hadden om te smelten. De lucht was ook droog, wat voorkwam dat regen ontstond. Dit zeldzame profiel maakte sneeuw mogelijk, zelfs als het op de grond net boven nul was.

Wat was de rol van het KNMI bij het vaststellen van dit record?

Het KNMI in De Bilt is de officiële bron voor Nederlandse weerdata. Zij houden de langste, meest betrouwbare metingen bij. Op 13 oktober 1975 registreerden ze sneeuwdek op de grond, en dat was voor het eerst in de geschiedenis van hun observaties op die datum. Zij bevestigen dit record tot op de dag van vandaag — en hebben geen enkele latere meting gevonden die het zou kunnen evenaren.

Is het mogelijk dat we ooit weer zulke vroege sneeuw zien?

Bij de huidige klimaatontwikkeling is het extreem onwaarschijnlijk. De gemiddelde oktemperaturen zijn in 50 jaar met meer dan 2°C gestegen. De koudeput die in 1975 boven Limburg hing, zou nu bijna onmogelijk zijn: de lucht boven Europa is warmer, en de luchtstromen veranderen door de opwarming van de poolregio. Dit record is dus niet alleen een meteorologisch wonder — het is ook een monument van een klimaat dat niet meer bestaat.

Waarom was de sneeuw in Vaals op 12 oktober 1975 niet het record?

Omdat het sneeuwde alleen op de hoger gelegen delen van Limburg — en niet op een breed nationaal niveau. Het record gaat over de eerste landelijke sneeuwdek die op een breed gebied bleef liggen en gemeten kon worden. Vaals had sneeuw, maar het was een lokaal fenomeen. Pas op 13 oktober, met de uitbreiding van de neerslagzone, werd het een nationaal record.

Hoe heeft de media dit record door de jaren heen vastgehouden?

Weerportalen als Weer.nl en Weerverteller.nl hebben het jaarlijks herhaald, vooral in oktober. Het is een iconische datum in de Nederlandse weergeschiedenis — net als de sneeuw van 1985 of de storm van 1990. Het wordt gebruikt als referentiepunt bij het bespreken van extreem weer. Zelfs in 2022, bij de 47e verjaardag, werd het in Het Weer Magazine nog als een van de meest bijzondere weergebeurtenissen uit de 20e eeuw beschreven.